“‘Een beeld komt altijd gewond uit de oven.’ De vrouw tegenover haar, ze heeft zich voorgesteld als Ola, draagt een spijkerbroek met verfvlekken, een piercing in haar neus.
Aan de muur achter haar hangt een ingelijste schets van een naakte vrouw, krachtige lijnen in houtskool. Louise staart ernaar, zich scherp bewust van haar eigen misplaatstheid in dit atelier. Misschien is de schets een zelfportret van de kunstenaar. Die gedachte maakt Louise ongemakkelijk en toch kan ze niet stoppen de gezichten te vergelijken, het zwartgrijze gezicht op papier en dat van de vrouw tegenover haar, die levend is en daarom kwetsbaarder. Overal om hen heen staan bronzen beelden: een haas, een teckel, klein genoeg om in haar hand te houden, het hoofd van een kind. De dieren lijken meer in leven dan de mensen; de haas haast op het punt om weg te springen, maar het kind gestold in tijd.”
Meer lezen? (Achter betaalmuur)