
Het begint altijd met iets kleins. Dokter Rieux voelt iets zachts onder zijn voet wanneer hij door de gang loopt, en dat zachte blijkt een dode rat te zijn. Of het begint met iemand die zijn auto niet start wanneer het verkeerslicht weer op groen gesprongen is, omdat hij overvallen is door plotselinge, melkachtige blindheid. Omdat het klein is, lijkt het onbetekenend. De overgrote meerderheid leeft in een heel andere werkelijkheid dan de enkeling die ziek is, of zich zorgen maakt. ‘Er zijn geen ratten in dit gebouw’, zegt de portier. ‘Die blindheid, dat zijn ongetwijfeld zenuwen’, zegt de behulpzame voorbijganger. En dokter Kittell geeft duidelijk te verstaan dat de stad geenszins te maken heeft met een epidemie van poliomyelitis.
Verbanning
Anders dan je zou denken, zijn verhalen over de ondergang vaak geruststellend: een fictieve Apocalyps loopt over het algemeen goed af. Natuurlijk gaan er mensen dood, vaak zelfs bij bosjes, maar in fictie zijn dat zelden de mensen om wie je echt geeft. Die zekerheid hoort bij het genre. Het bekendste apocalyptische verhaal, de Openbaringen van Johannes, is letterlijk een afrekening. De belofte achter al die rampen is immers dat een toekomstige wereld rechtvaardiger zal zijn dan de onze, dat degenen die nu lijden in een later leven beloond zullen worden. Voor die combinatie van een ramp gekoppeld aan de belofte van een betere toekomst bedacht Brian Aldiss de uitdrukking cosy catastrophe, gezellige catastrofe. Aldiss doelde vooral op The Day of the Triffids, een science fiction-roman waarin de bevolking collectief blind geworden is door een meteorietinslag, en zich in die kwetsbare staat moet zien te verhouden tot uiterst agressieve, genetisch gemanipuleerde planten. De combinatie roeit een groot deel van de mensheid uit, maar aan het eind van het boek bezinnen de overlevenden zich op het eigenlijk best gezellige Isle of Wight op manieren om de wereld weer te herstellen. De cosy catastrophe werd vooral populair kort na de Tweede Wereldoorlog. Het genre raakte misschien aan science fiction-thema’s, maar was allesbehalve vooruitstrevend. In plaats daarvan bood het houvast in een samenleving die ingrijpend was veranderd, troost voor mensen die niet meer wisten in wat voor land ze eigenlijk leefden. ‘Het eerste wat de pest naar onze stad bracht, was verbanning’, schrijft Camus in De pest. De inwoners van Oran, opgesloten in hun quarantaine, waren verbannen naar een heden waar ze niet wilden zijn, met een onzekere toekomst in het vooruitzicht. Ze verlangden terug naar het verleden, of stelden zich voor dat een geliefde plotseling terug zou komen. Een cosy catastrophe versterkt de bestaande orde. Soms is dat precies waar mensen naar hunkeren als ze door een ramp verstoten worden uit de vertrouwde wereld, als alles wat eerder vanzelfsprekend leek, dat niet meer is.